Arnoldus Poortman

Geboren in 1620, Huisvrouw Christina Cuick , gestorven in 1690

Van den zoon van Jurriaan Nicolaas Poortman zijn generlei bewijsstukken meer aanwezig. Men leest van hem slechts in gewone correspondatie. Hij moet in tegenstelling met de overige op vermeerdering en behoud van hun bezit steeds bedachtzame leden der familie Poortman niet zo’n goede beheerder zijn geweest, het is echter ook mogelijk, dat de oorlogsverwarringen van de 17e eeuw hem in bedruktheid gebracht hebben. Het waren Hollanders, Hessen, Keizerlijk volk, Franschen en Zweden dien toen in Mülheim huis hielden.

Hij was dikwijls genoodzaakt leeningen te sluiten om zijn benarde positie te verbeteren. Echter zijn erfenis, het stamhuis in de Delle(straat) met zijn aangrenzende gebouwen en onroerende goederen is geheel zijn eigendom gebleven, wel is waar hij het met eenige hypotheken moeten bezwaren. Zo heeft hij van een medeburger namens Herman op de Heide een kapitaal van 300 talers (1 taler = 3 mark = 30 Groschen = Fl.1,80), bij de burgeres Greta kerkhuis 50 talers moeten opnemen (dit bedrag heeft Jurriaan Poortman, de zoon van Arnoldus in 1716 terugbetaald). Verder heeft hij een som van 52 talers van genoemde Herman op de Heide geleend. Meerdere schulden die hij nog heeft gemaakt, zijn in de opstelling opgesomd, die zijn zoon Jurriaan Poortman in zijn erfenistwist met zijn broers onder het oog gebracht heeft. (zie verhandeling III.).

Interessant is het uit de opsomming te bespeuren, dat Arnoldus Poortman zelfs bij een wijnhandelaar van de Moezel 32 talers schuldig was gebleven. Bij de groote koopkracht van het geld in den toenmalige tijd kan men wel aannemen, dat Arnoldus Poortman deze wijn niet voor eigen gebruik had, maar de mogelijkheid bestaat, dat, dat hij een wijnhandel dreef. Zijn schulden moeten van velerlei soort geweest zijn, want een passage in de erfenisovereenkomst van de gebroeders Poortman van 26 juni 1714 luidt woordelijk: “omdat men niet weten kan of misschien nog eenige schulden voor den dag komen en degene, die erft, daarvoor gemaand zou worden, hebben de broers daarom een overeenkomst gemaakt, dat Jurriaan in dit geval zonder rente in handen moet hebben 4 jaar lang acht honderd en zestig talers na verloop van de 4 jaar echter, wat hij meer boven gespecificeerde schulden betaalt, berekenen, daarentegen wat hij meer dan die 68 talers nog betalen moet, hetgene wat overigens voor ouderlijke schulden voor den dag mocht komen, altijd een ieder tot zijn aandeel helpen dragen en hun broeder Jurriaan weer doen toekomen en schadeloos te stellen.” Hij stierf in het jaar 1690.